donderdag 10 januari 2008

Alle studenten het internaat in

De plannen om het Nederlandse onderwijsstelsel te verbeteren volgen elkaar in adembenemend tempo op. De brandstofindustrie is nog niet bekomen van de opmerking dat ze misschien een deel van haar winst moet afstaan ten behoeve van het onderwijs. Nu moet de studentenhuisvesting eraan geloven.

In het donderdag 10 januari aan minister Plasterk (Onderwijs) aangeboden rapport Een succesvolle start in het hoger onderwijs beweert de Onderwijsraad dat studenten beter presteren als ze op een campus wonen. De huidige situatie waarin studenten verspreid door de stad wonen, is verouderd. Ze zouden meer betrokken zijn bij hun opleiding en daardoor een grotere kans van slagen hebben als ze op het terrein van de opleiding wonen.

Er is niets mis met een grotere kans van slagen en er is ook niets mis met meer betrokkenheid bij de opleiding, maar met de woonplaats heeft dat helemaal niets te maken. Waar het wel wat mee te maken heeft, is de jarenlange uitholling van het onderwijs en de massalisering van sommige opleidingen. Docent-student-ratios van 1 op 1000 zijn geen uitzondering. Een dergelijke verhouding staat niet garant voor een sterke binding met de opleiding.

Minister Plassterk zou er goed aan doen het advies in de wind te slaan en te investeren in een hogere docenten ratio. Hij vond de plannen echter een interessante gedachte.

Geen opmerkingen: